Ned. heemkunde, Friese benaming voorgesteld door dr. J.
Botke in 1931; houdt zich bezig met studie in de ruimste zin van een streek of dorp. Vooral de Fryske Akademy stimuleert via opdrachten en/of uitgave van het resultaat van de studie, de geakunde in Frl.
Bekende beoefenaren o.a. S.
J. van der Molen, O. Santema en J.
J. Spahr van der Hoek; bekende studies op het gebied van de geakunde waaraan verschillende auteurs meewerkten, zijn o.a.
Baerderadiel, in geakunde (1957); Makkum, sier en sied fan Wûnseradiel (1965); De Stêd Warkum (1967); Geakunde fan Wünseradiel (1969); Skiednis fan Menameradiel (1972); Wymbritseradiel, skiednis fan in greidgritenij (1974).Via speciaal daartoe aangestelden bevorderde de Fr. Akademy ook het (historisch) onderzoek van de streek De Wouden (o.l.v. J. J. Spahr van der Hoek) en van de Zuidwesthoek van Frl. (o.l.v. G.
Bakker). Op het ogenblik is alleen eerstgenoemde nog aan het streekonderzoek verbonden.