Na Kneppelfreed, een rel rond het strafproces tegen Fedde Schurer en Tj. de Jong die wegens belediging van de Heerenveense kantonrechter gedagvaard werden (16 nov. 1951), mocht de Friese taalstrijd zich korte tijd in Haagse belangstelling verheugen. Er werd een commissie onder voorzitterschap van H.
Kingma Boltjes ingesteld ter advisering over het Fries in het rechtsverkeer. Dit leidde tot de wet van 11 mei 1956 waarin wordt toegestaan overal in Nederland een eed, belofte of bevestiging in het Fries af te leggen als de formulering niet in de grondwet is vastgelegd.
In Frl. is men gerechtigd het Fries te gebruiken in een rechtszitting en verder bestaat er de mogelijkheid als tolk voor het Fries te worden beëdigd. Van dit laatste recht is tot nog toe geen gebruik gemaakt.
