fransch Flessingue, vestingstad en oorlogshaven op de znidkust van 't zeeuwsche eiland Walcheren, aan de uitwatering der Wester-Schelde; 11,000 inw. Reeds in 620 ontstond hier een gehucht, dal bewoond werd door visschers, en dat in het begin der 10e eeuw reeds aangegroeid was tot een dorp.
In 1807 werd V. met een grondgebied van 1800 ellen rondom de stad aan Frankrijk afgestaan, en een aanvang gemaakt met den aanleg der groote vestingwerken; in 1809 werd V. 13—15 Aug. door eene engelsche vloot gebombardeerd en schier in een puinhoop herschapen; 15 Aug. gaf het zich over; doch reeds 27 Dec. namen de Franschen het drie dagen te voren door de Engelschen ontruimde V. weder in bezit, en verlieten het eerst 5 Mei 1814. Dikwijls is V. door watersnood geteisterd, o. a. 1550, 1612, 1630, 1662, 1682, 1775, vooral Jan. 1808 (toen 31 menschen het leven daarbij verloren). Onder de vele beroemde mannen, die te V. geboren zijn, staat bovenaan Michiel Adriaansz. de Ruiter, wien hier in 1841 een standbeeld opgerichl is; wijders al de zeehelden uit bet geslacht Evertsen, de dichter Bellamy, en een aantal anderen.