sedert 1855 als britsche kolonie officiéél Tasmania genaamd,australisch eiland aan de zuidpunt van Nieuw-Holland, besproeid door de bevaarbare rivieren Derwent en Tarnar, werd 1042 ontdekt door Abel Tasman (zie DIEMEN). In 1776 werd de zuidkust van V. bezocht door Cook ; niet lang daarna ontdekte de heelmeester Bass de zeeengte, die naar hem genoemd is, en maakte als daadzaak bekend, dat V. een eiland was.
In 1804 vestigden de Engelschen op V. eene strafkolonie; spoedig verrezen daar toen de steden Flobart-Town in het zuiden, en Georges-Town of Port-Dalrymple. Reeds in 1814 was de inheemscbe bevolking ingesmolten tot ongeveer 5000 zielen, en is thans geheel uitgestorven. Door immigratie van vrije lieden was de kolonie reeds in 1826 tot znlk eenen staat van ontwikkeling gekomen, dat die toen onder het bewind van een eigen gouverneur werd gesteld (en dus niet langer onderhoorig bleef aan Nieuw-Zuidwallis). Sedert 1852 worden geen engelsche veroordeelden meer naar V. gedeporteerd. In 1860 was deze britsche kolonie rnim 1177 vierk. mijlen groot, bevolkt met ruim 90,000 zielen. De hoofdstad is Hobart-Town.