Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

UIrik Zwingli

betekenis & definitie

(of Huldereich), vermaard hervormer, geb. 1 Jan. 1484 te Wildhaus in het graafschap Toggenburg, was op zijn 22e jaar reeds pastoor te Glarus. Als aalmoezenier der zwitsersche hulptroepen van Julius H, woonde hij den veldslag van Novara bij, vergezelde een ander zwits. legerkorps naar Marignano, begon toen te prediken tegen de gewoonte zijner landslieden om dienst te nemen genade soldij, werd 1516 benoemd tot pastoor psiedeln, en begon toen reeds (dus nog vóór () openbaar van den predikstoel uit te varen ide verdorvenheid der geestelijkheid, en tegen jïehlezucht en de misbruiken van het hof van » Door zijnen talrijken aanhang werd hij der: gesteund, dat hij 1518 aangesleld werd als j>r te Zurich; daar bracht hij het werk der jervorming tot stand, en trad 1524 in het hut met Anna Reinhard, de weduwe van jonker r von Knonow.

Op ettelijke punten (o. a. de ubstantialie, die Z. verwierp) verschilde hij van er, met wien hij het niet eens konde worden ; ;rd dus de eigenlijke stichter der Gereformeerde (vergelijk LUTHER en CALVINUS); zijne leersteln werden 1528 aangenomen door Bazel, en hij uitzicht, dat ze de geloofsbelijdenis van geheel serland zouden worden, toen de zoogenaamde 'cler-oorlogen(z\eCie?£.i) den vreedzamen gang bet hervormingswerk kwamen storen. In den slag bij Cappel H Oct. 1531, dieZ. bijwoonde, vaarin de Gereformeerden de nederlaag ontvinvan de Roomsch-katholieken, sneuvelde Z. beeft zeer veel geschreven. Eene complete editie er werken verscheen in 4 dln. (Zurich 1581); e nagelatene werken in 1 dl. (Zurich 1828). îwitserlandjduîlsch die Sctmeiz, fr. la Suisse, republikeinsche Statenbond tusschen Frankrijk, tschland en Italië, gezamenlijk circa 740 vierk. len groot, doorloopen door de op sommige pun14,700 vt. hooge Alpen,waaraan zicb.in hetwes. de tot 5300 vt. hoogte hereikende Juraaansluit, idat Z. een land is vol bergen, van welke ontel'e beken en wateren neerstroomen (de voornaamzijn; Rijn, Aar, Rhône en Inn). Rijk is Z. aan :ren (dat van Neufchàtel, het Bielermeer, dat van un, van Brientz, van Zurich, van Zug, dat der ;r Kantons of Vierwaldslâtter-meer, dat van Hall— fl, van Murten, van Constans, van Geneve). Naar volkstelling van Dec. 1860 bedroeg het zielental ini twee en een half millioen, waarvan circa anrhalf millioen Gereformeerden, ruim 1 millioen )omsch-katliolieken, en omslr. 50,000 belijders n andere gezinten. Naar taal en afstamming zijn i bewoners van Z. te splitsen in Duitsche, Fransche, aliaanscbe, Romaansche Zwitsers.De bij het feener congres (1815) tot onzijdige republiek veraarde Statenbond, die verstaan wordt onder den aam van Z. of Zwitscrsche Bond, is samengesteld it 22 kantons, die in den Boud den len, 2en, 3eu iiz. rang hebben in deze volgdSjde: Zurich, Bern, ,ucern, Uri, Schwytz, Unlenvalden, Glarus, Zug, reiburg, Solothurn, Bazel, SchafFhausen, Appenzell, it.-Gallen, Grauwbqnderland, Aargau, Thurgau, 'essino, Waadt, Wallis, Neufchàlel (of Neucnburg), leneve.

Ten tijde der Romeinen wasZ. (Helvelia, ooals het toen genoemd werd) nagenoeg geheel >egrepen in Groot-Sequanensis (eene provincie van lallië); het niet daartoe behoorende gedeelte beaosten den Rijn maakte deel uit van Rhetië. De Ti?urijnen en andere volksstammen van dat land versenigden zich met de Cimbren (112 v. Chr.) De Helvetiërs (zie dat woord), die in 61 v. Chr. hun land verlaten hadden om zich in Gallië te gaan nederzetten, werden in 58 v. Chr. door Cesar’s overwinning bij Bibracte teruggedreven, en aan Rome ' onderworpen. Onder de romeiusche overheersching bleven de Helvetiërs met rust; doch sedert het begin der 5e eeuw werd hun land overweldigd door lAlemannen, Burgundiërs, Longobarden, tengevolge waarvan inzonderheid de noordelijke streken geheel en al gegermaniseerd werden. Eerst kwam Helvetië aan het Frankische rijk, daarna aan het Burgundische, en daarmede in 1032 aan Duitschland. Tot 1218 werd Helvetië geregeerd door de hertogen van Zahringen; doch toen deze uitgestorven waren, verbrokkelde zich het land tot eene ontelbare menigte groote en kleinere heerlijkheden, geestelijke stichtingen, opkomende steden, en (in de bergdalcn) ontstaande herder-gemeenten. Toen Rudolf van Habsburg roomsch keizer geworden, en later zijn zoon Albertus I tot diezelfde waardigheid verheven was, zochten zij bet protectoraat, dat hunne dynastie over gedeelten des lands uitgeoefend had, in souvereiniteit te herscheppen; doch de door hen aangestelde stadhouders of landvoogden werden door hunne verregaande wreedheid oorzaak, dat de drie wondsteden Uri, Schwytz en Unterwalden een vroeger tusschen hen gesloten verbond iu 1291 vernieuwden en de vreemde landvoogden in 1308 wegjoegen. Tot dit bondgenootschap trad Lucern toe in 1332, Zurich 1351, Glarus en Zug 1352, Bern 1553, en zoo ontstonden de acht kantons, die, omdat er tot 1481 geen nieuwe leden meer in den Bond opgenomen werden, de Oude kantons genoemd worden. Tegen de telkens opnieuw hare rechten willende doen gelden dynastie van Oostenrijk, handhaafde deze Bond zijne onafhankelijkheid door de overwinningen bij Morgarten (6 Dec. 1315), bij Sempach (9 Juli 1386) en bij Nafels (9 April 1388), waarop Oostenrijk de onafhankelijkheid erkende van den Bond, die zich vervolgens ook tegenover Rnrgundié handhaafde door de overwinningen bij Grandsou (3 Maart 1476), bij Murten (22 Juni 1476) en bij Nancy (5 Jan. 1477). Nu werden ook de volgende plaatsen met hun grondgebied iu den bond opgenomen; Freiburg en Solothurn 1481, Bazel en Schaffhausen 1501, Appenzell 1513; zoodat de Bond toen was samengesteld uit 13 kantons. Na eenen liardnekkigen strijd tegen het Duitsche rijk onder Maximiliaan 1 waren de verbondenen, die zich sedert de helft der 15e eeuw Zwitsers (Schwytzers) noemden, omdat Schwytz de ziel was van den Bond, bij den vrede van Bazel (22 Sept. 1499) formeel ontheven van de jurisdictie en de belastingheffing des rijks. Van dien tijd af aan werden de Zwitsers meer en meer gezocht als huurtroepen; als zoodanig traden zij in dienst van Frankrijk (waarmede zij een zoogenaamd Eeuwig verbond sloten in 1516), van Oostenrijk en van den Paus. Van 1512 tot 1530 hadden de Grauwbunderlanders Valteline (Veltiin) veroverd of verworven; in den Dertigjarigen oorlog deed Spanje vergeefsche pogingen om hun dat dooide kracht der wapenen teontweldigen(1618—1638); en eindelijk bij den Westfaalschen vrede (1648) werd de helvetische Confederatie voor goed door Oostenrijk en door geheel Europa erkend als een Statenbond, die onafhankelijk was van het Duitsche rijk.

Sedert 1519 was in Z. de kerkhervorming ingevoerd doorZwingii (te Zurich), vervolgens door Calvija (te Geneve), en reeds spoedig zeide het grootste gedeelte van Z. vaarwel aan het Roomschkatbolicismus. Daaruit ontstonden een aantal binnenlandsche twisten en oorlogen tot in het jaar 1712, toen de verhouding der-beide godsdiensten tegenover elkander voor goed werd geregeld in de 13 kantons. Sedert dien tijd bleef Z. rustig tot op de nitbarsting der Fransche omwenteling. Toen ontstond er eene partij, wier leus was; gelijkheid van rechten voor allen, eenheid van Z., en afschaffing van de onderscheiding tusschen souvereine kantons en onderdanen; en om die lens te zien verwezenlijken, werd de hulp ingeroepen van Frankrijk. Nadat Bonaparte het verdrag van Campo-Formio gesloten had (1797), zond hij Brune naar Z„ om de gewenschte omwenteling tot stand te brengen: die had dan ook werkelijk plaats, en 12 April 1798 werd de eene en ondeelbare Helvetische Republiek uitgeroepen, die bevestigd werd door de overwinning van Stantz (9 Sept.), doch die wederom een punt van kwestie werd door de tweede caolitie tegen Frankrijk (1799 en v.). Na verscheidene elkander opvolgende veranderingen en de voorloopige in werking brenging van verscheidene slechts kortstondig van kracht blijvende constitutiên, noodzaakte Bonaparte de Zwitsers (19 Febr. 1803) eene nieuwe bondsconstitutie aan te nemen, waarin gelijkheid voor al de kantons (die opl9 vastgesteld werden) ten grondslag lag. Bij het congres van Weenen (zooals boven gezegd is) werd het aantal kantons van 19 gebracht op 22. En het grondgebied van dit Z. verschilt van het vroegere slechts in zooverre, dat Mulhouse en ettelijke andere gebiedstreken niet daarin begrepen is (Mulhouse was 28 Jan. 1798 afgestaan aan Frankrijk). Het aristocratische overwicht, dat 1815 in de sleden-kantons hersteld was, en het overwicht dat de steden zich aanmatigden boven het platteland veroorzaakte, dat Z. in 1830 een weerklank voelde van elders plaatsgrijpende omwentelingen, eu dat toen eene meer verlegenwoordigend-democratische staatsregeling tot stand kwam. Kerkelijke twisten, die overal en altijd eene bron van ellende worden voor het volk, kwamen ook in Z, den vrede storen, en 1846 werd het besluit van den Bondsraad uitgevaardigd, waarbij de Jezuïeten uit Z. werden verdreven. Inlusschen hadden reeds in 184o de roomschkatholieke kantons Lucern, Uri, Schwytz, Unterwalden, Zug, Freiburg.een afzonderlijk bondgenootschnp(Sonderbund) gesloten, waarin 1844 ook Wallis opgenomen werd, om de Jezuïeten in bescherming te nemen. Hun verzet tegen 'l besluit van den Bondsraad, had den zoogenaamden Sonderbmds-oorlog ten gevolge, waarin de leden van den Sonderbund overwonnen werden; de Sonderbund werd 20 Juli 1847 opgeheven, en 12 Sept. 1848 kwam eene nieuwe bondsconstitutie tot stand. De spanning tusschen Koomsch-katholicismus en Protestantismns blijft echter in Z. voortbestaan, om vroeg of laat weder tot eene uitbarsting te komen; of de Zwitsers moesten de eersten zijn, die aan de wereld het voorbeeld gaven, dat de tijd om op zoogenaamd godsdienstige overtuigingen van den grooten hoop te speculeeren voor goed voorbij is.

< >