een friesch edelman, geboortig uit Beesterzwaag (Friesland), is 5 Dec. 1866 te Bagdad aangekomen om de ruinen van Babylon te bezoeken. Na door den Caucasus gereisd te zijn, is hij over Tabris, Teheran, Ispahan en Sjiras geheel Perziê doorgetrokken, tot aan de Perzische golf, van waar hij over den Sjat-el-Arab en Tiger in Bagdad is aangekomen.
De Perzische taal vloeiend sprekende, is L., slechts van inlandsche bedienden vergezeld en zonder militair geleide, van Teheran af geheel Perziê doorgetrokken, en heeft hij onderweg de ruinen van Pasargodac en Persepolis bezocht. Hij scheen voornemens om in 't voorjaar van 1867 naar Mossoel te reizen, om de ruinen van Ninive te bezichtigen, en verder een gedeelte van het door Europeanen bijna nog niet bereisde Koerdislaii te bezoeken. [Dit dagbladbericht dateert van Febr. 1867; later zal deze nederlandsche reiziger, hopen wij, vele voor de wetenschap belangrijke bijzonderheden door den druk openbaar maken.]