d. i. Verstrooid liggenden, die eilanden in den Griekschen archipel, die aan de kust van Klem-Aziê liggen, lusschen Samos en Rhodus.
De Sporadische eilanden (o. a. learie, Palmos, Leros, Cos, Carpathos, Nisyros, Telos, enz.) waren bloeiend in de oudheid ;ze werden verwoest door de Sarracceneii, later door de Turken, die ze nu bezitten, en er een pachalik der Eilanden van gemaakt hebben.In het tegenwoordige koninkrijk Griekenland geeft men den naam Westersche S. aan de eilanden Hydra, Spetzia, Poros, Egina, Koloeri, enz., die verspreid liggen langs de kusten van Morea en Griekenland. Men noemt hen Westersche S. ter onderscheiding van de eigenlijke S., die meer oostelijk liggen.
S. van Oceanié noemt men die eilanden in de Stille Zuidzee, die niet gevoeglijk tot een der groepen aldaar gerekend kunnen worden; men onderscheidt ze in Noorder-S. (Roea de Plata, San Bartolomeo, SanPedro, enz.), en Zuider-S. (Penrhyn, Paasch-eiland, Sala, Pilcairn, Sauvage, de Gambier-groep, de Bassgroep).