Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Prins eugenius

betekenis & definitie

met dezen naam bedoelt men Frans Eugenius van Savoje-Carignan, den grootsten veldheer van zijnen tijd en opperbevelhebber der keizerlijke legers, die zich ook als staatsman verdienstelijk onderscheiden heeft. Geboren te Parijs 18 Oct. 1663, was hij, als jongste der vijf zonen van Eugenius Maurits (graaf van Soissons, hertog van Savoje-Carignan) en Olympia Mancini (nicht van kardinaal Mazarin), bestemd voor den geestelijken stand, doch gaf de voorkeur aan de militaire loopbaan.

Door Louvois, minister van Lodewijk XIV, vijandig behandeld, trad E. in oostenrijksche dienst 1683, en heeft niet slechts als groot veldheer, maar evenzeer als staatsman, gedurende zijn gansche leven tot aan zijnen dood de uitstekendste diensten bewezen aan de drie oostenrijksche keizers Leopold I, Jozef I en Karel VI. Hij stierf 21 April 1736 te Weenen, waar hem in de Stephanus-kerk een prachtig praalgraf opgericht is. De krijgskundige geschiedenis van prins E., door hem zelven beschreven, is in het licht verschenen in 1810; de door hem nagelatene staatkundige geschriften (Tübingen 1812) zijn zeer belangrijk voor de geschiedenis van zijnen tijd. Behalve de Histoire militaire du prince Eugène door Dumont en Rousset (1727) en door Ferrari (1747), heeft men de uitmuntende levensbeschrijving door Arneth, getiteld: Prinz Eugen von Savoyen (3 diu. Weenen 1858—61).

< >