lat. Parthia, ook Parthiëne genaamd, thans het oosten van Irak-Adzjemi en het westen van Khorassan, landschap in het oude Azië, tusschen Hyrcanië ten N., Woest-Carmanië ten Z., Arië ten O., Medië ten W., had tot hoofdstad Hecatompylos.
Het was een woest land, zonder water, bestaande uit dorre, bergachtige steppen, vooral in het noorden, naar de grens van Hyrcanië. De bewoners, ruw en dapper, waren goede ruiters en boogschutters; zij schijnen in kleine troepen geleefd te hebben onder het stelsel der indeeling in stammen, gelijk de tegenwoordige bewoners der kbanaten van Turkestan (zie PARTHEN).