Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Papuas

betekenis & definitie

Papoes, d. i. kroesharigen. De benaming P. wordt, ofschoon oneigenlijk, gebezigd voor alle kroesharige negritos, en verkeerdelijk zelfs voor de bewoners van Australië’s vasteland.

In den meer beperkten eigenlijken zin echter heeft men onder den naam P. te verstaan de tot het ras der australische negers behoorende niet-maleische bewoners van Nieuw-Guinea, dat ook Papoeaziè of het land der Papoes genoemd wordt, zijnde een groot-eiland van Middel-Australië. Met den naam van Papoeazische Archipel wordt bedoeld, behalve 't eigenlijke Papoeazië of Nieuw-Guinea, tevens de groep van Waigioe (Salwatti, Gamen.Battantaen Waigioe), onderhoorig aan den sultan van Tidore; wijders de Arroe-, Freewill- en Geelvinkgroepen, de kleine archipels van Dampier en Schouten, en eindelijk het eiland Gobi (Guebe), dat bijna onderden equator ligt.

< >