Rufus, geb. omstr. 150 v. Chr., ging als veldheer met Melellus den oorlog medcmaken in Numidiê, werd consul 105 v.
Chr., herstelde de misslagen van zijnen ambtgenoot Mallius, aan wien de Cimbren de nederlaag gegeven hadden, en vormde een geheel en al strijdvaardig leger voor Marius. In Azië de knevelarijën der ridders, die pachters waren, willende beteugelen, werd hij valschelijk door hen aangeklaagd, en op die aanklacht veroordeeld tot ballingschap (92 v. Chr.); hij nam de wijk naar Smirna, waar hij stierf.