ijverig natuur-onderzoeker, geb. 1761 te Montpellier, gest. 1807. Door zijne bemoeijingen werden voor het eerst merinoschapen uit Spanje en angora-geiten uit de Levant in Frankrijk ingevoerd.
Om de vervolging van het Schrikbewind te ontgaan naar Spanje geweken, ontving hij eene hem door zijn vriend sir Jozef Banks toegezondene aanzienlijke som gelds ; vervolgens naar Marokko overgestokeu, hervatte hij daar zijne kriiidk. studiën ; later werd hij tot fransch consul te Mogador benoemd, keerde 1796 in Frankrijk terug, werd prof. der kruidkunde te Montpellier, en 1805 lid van het Wetgevend ligchaam. Zijne werken over natuurlijke historie staan in hooge achting bij de geleerden
