lat. Neoclesia, stad in Gelderland, op de Neder-Veluwe, 4 uren gaans zuidelijk bewesten Harderwijk; 5000 inw.; haven, werd 1413 door hertog Reinald III met stadsrechten beschonken, 1808 door koning Lodewijk tot stad verheven.
In 1410 werd N. door de Hollanders en Amersfoorters geplunderd ; hetzelfde lot onderging N. in 1510 door Frederik van Baden, 56en bisschop van Utrecht, en 1629 door eene bende Croaten. De watervloeden van Nov. 1775, 1791 en Febr. 1825 richtten groote verwoestingen aan rondom N.