1) koning van Megara, had een goed hoofd met haar; doch onder al die haren was er een, dat de kleur had van purper, en van het behoud van dat eene haartje hing, volgens het orakel, voor hem het behoud van zijn rijk af. Toen Minos de stad Megara belegerde, werd Scylia, dc dochter von N., verliefd op den belegeraar, en om hem te bekoren sneed zij het purperkleurige haar van hanrs vaders hoofd af, cn bracht dit aan Minos, die nu dan ook de stad veroverde.
Doch hij versmaadde de liefde van Scylia, die hij als verraderes van haren eigenen vader strafte, door haar achter aan zijn schip te laten vastbinden: zoo verdronk zij. De góden veranderden N. in een sperwer en zijne dochter in eene leeuwrik.2) zoon van Hyrtacns en de nimf Ida, metgezel van Eneas en vriend van Euryalus; met dezen zijnen vriend doorgedrongen in het legerkamp der Grieken, vonden beiden den dood.
