Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Nicolas boindin

betekenis & definitie

geb. 1675 te Parijs, gest. 1751, eerst lang bevriend met Saurin en Lamotte, later hun vijand, omdat hij hen voor de auteurs hield van een hekeldicht (1710), waarin hij erg werd doorgehaald, is vermaard door zijne zucht tot tegenspreken en redetwisten. Zijne Oeuvres (2 dln., Par. 1735) bevatten tooneelstukken en dissertatiën, waaronder oene Sur les sons de la langue française.

< >