maarschalk van Frankrijk, geb. in 1722 te (lampen (in Hanover), diende eerst den koning van Pruisen, en onderscheidde zich in den Zevenjarigen Oorlog. Eenigen tijd vóór den vrede van 1763 ging hij over in dienst van Frankrijk, waar hij tot luitenanl-generaal benoemd werd.
Hij omhelsde de beginselen der omwenteling, werd 1791 tot maarschalk verheven, en voerde eenigen tijd het bevel over het leger van Vlaanderen en over dat van de Moezel; doch eenige aanleiding gegeven hebbende tot achterdocht, werd hij in zijne functiën geschorst, voor het revolutionair gerechtshof gebracht, en 1794 onthoofd.