Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

N. aristias

betekenis & definitie

walachisch dichter, Griek van geboorte, geb. 1798, was aanvankelijk soldaat, in de rijen van Hypsilantis bij diens aanslag op de vorstendommen (1816—19), en behoorde tot het "heilige bataillon”, dat zooveel leeuwenmoed liet blijken te Dragachan. Als door een wonderwerk aan den dood ontkomen, die het lot werd van zijne strijdgenooten, vestigde hij zich als taalmeester in Walachijë.

In 1848 nam hij ijverig deel aan den opstand; en behoorde onder de gevangenen, die de Turken medenamen den Donau over. In weerwil hij mede-onderteekenaarwasvanhetprotest(Febr.l849) aan de groote mogendheden, bekwam hij reeds kort daarna vergunning om naar Roemanië terug te keeren. Zijn voornaamste werk als dichter is eene vertaling van den Ilias (Rucharest, 1835—40).

< >