(Victor Riquetti, markies van), geb. 1715 te Perthuis in Provence, vestigde zich reeds jong te Parijs, werd bevriend met doctor Quesnay, bet hoofd van de secte der Economisten, en werd zelf door zijne geschriften (o. a. l'Ami des hommes, 5 dln. Parijs 1755) een der warmste voorstanders van die secte.
Hij stierf 13 Juli 1789.(Honeré Gabriel Riquetti, graaf van), zoon van den vorige, de grootste redenaar uit het tijdperk der franscbe omwenteling, geb. 9 Maart 1749 in Provence, op Bignon bij Nemours, leidde in zijne jeugd een zeer losbandig leven, en werd 1777 te Vincennes gevangen gezet wegens vrouwenschaking en overspel. In 1780 in vrijheid gekomen, begon hij een geregelder leven te leiden, en zich sedert 1784 in te laten met de politieke vraagstukken van den dag; hij deed eene reis naar Londen, volbracht 1787 voor den minister Calonne eene geheime zending naar Berlijn, en trok weldra door zijne kernachtige en degelijk gestelde vlugschriften tegen Calonne en Necker de openbare aandacht, zoodat bij 1789 door den Derden stand der stad Aix gekozen werd tot afgevaardigde ter Staten-generaal. Hier sprak hij tal van redevoeringen uit, die hem den eernaam verschaften van den franschen Demosthenes; om de onstuimige hartstochtelijkheid, waarmede hij het woord kon voeren, werd hij ook l’Ouragan genaamd; zijne welsprekendheid was wegslepend, gebiedend, ontzag-inboezemend, alles-beheerschend: zijn streven was echter niet eene algeheele omverwerping van den maatschappelijken toestand, maar hij beoogde slechts de totale fnuiking van de aristocratie, de afschaffing van alle privilegiën, de vernietiging van het despotismus, en het herstel van eene zuiver constitutioneele monarchie. In den loop der gebeurtenissen zag het hof zelfs zich gedrongen, hoe noode dan ook, steun te zoeken bij M. als den eenigen man in Frankrijk, die den waggelenden troon nog kon staande houden. En al kon hij geen minister worden, toch werd hij, om het hof met de revolutie te verzoenen, door zijne bekwaamheid in Dec. 1790 president van den club der Jacobijnen, en kwam Febr. 1791 zelfs op den presidentszetel in de Nationale vergadering. Doch tot ramp voor het hof vertoonde zich reeds in het laatst van die maand het begin der ziekte, die den geweldigen redenaar 2 April 1791 ten grave sleepte. De eerste volledige editie van M.’s werken leverde Mérilhou (9 dln. Parijs 1825—27). De geloofwaardigste bijzonderheden aangaande M.’s leven werden medegedeeld door zijn natuurlijken zoon, Lucas Montigny, in: Mémoires de Mirabeau (2e druk 8 dln. Parijs 1841).
(André Boniface Louis Riquette, graaf van), broeder van den vorige, geb. 30 Nov. 1754 te Bignon, kolonel toen de omwenteling uitbrak, was een ijverig aristocraat, emigreerde, en stierf 15 Sept. 1792 te Freiburg in de Breisgau. Ook hij bad 1789 een oogenblik zitting als afgevaardigde in de Staten-generaal, doch onderscheidde zich door niets anders dan door zijne zwaarlijvigheid, die hem den bijnaam bezorgde van Mirabeau- Tonneau.