oude provincie in het W. van Frankrijk, werd begrensd ten N. door Normandië, ten O. door Oleanais, ten Z. door Anjou en Touraine, en ten W. door Bretagne. De prov.
M. vormde, met Perche, het groot-gouvernement Maine-et-Perche. Het was ingedeeld in Opper- en Neder-Maine,waarbij nog kwam het landschap of graafschap Laval. De hoofdplaats was Ie Mans. De voormalige prov. M. (thans de departementen Sartheen Mayenne)ontleende baren naam aan de Cenomanen, die oudtijds in deze streek woonden, of wel aan de Maine of Mayenne, die dit land besproeit. Onder de Romeinen, maakte M. deel uit van Lugdunensis3a. In de middeleeuwen was M. begrepen in de bezittingen der graven van Anjou, en kwam onder Engelsch gezag toen Henri Plantagenet, hertog van Anjou, koning van Engeland werd. Filips Augustus ontweldigde het aan Janzonder-Land in 1203. De heilige Lodewijk gaf M. met Anjou aan zijnen broeder Karel, wiens afstammetingen het bleven bezitten tot in 1481, toen Lodewijk XI het aan de kroon trok. Hendrik II schonk M. op nieuw als apanage aan zijnen derden zoon Hendrik (later Hendrik III); deze stond het af aan zijnen broeder Frans, hertog van Alençon, en toen die gestorven was zonder kinderen, 1584, werd M. voor goed aan de kroon getrokken. Lodewijk XIV gaf den titel van hertog van Maine aan een der zonen, die hij bad bij mevr. de Montespan.