een der zoogenaamde zuidelijke staten van de Noord-Amerikaansche Unie, grenst ten Z. aan de golf van Mexico, ten O. aan den staat Mississippi, waarvan het grootendeels door de rivier Mississippi gescheiden wordt, ten N. aan Arkansas, ten W. aan Texas, is 1945 vierk. mijlen groot, bevolkt met 720,000 zielen, en heeft sedert 1847 Baton-Houge tot. hoofdstad (vroeger bekleedde NieuwOrleans dien rang). Dit land werd ontdekt dooreen Spanjaard, ni.
Hernan Soto, en vervolgens door een Franschman, met name Thomas Albert (1504). Onder de regeering van Lodewijk XIV, ter eere van wien dit land den naam van L. ontving, vestigden de Franschen er ettelijke koloniën (zoo o. a. La Salie 1682, Yberville 1698, Crozat 1712); tijdens de minderjarigheid van Lodewijk XV werd L. afgestaan aan de West-Indische Compagnie of Mississippi-maatschappij, en diende ten grondslag voor de kansberekeningen van den al te befaamden Law (1717 —1720); vervolgens werd L. afgestaan aan de fransche Compagnie der Indiën. In 1717 was de stad Nieuw-Orleans gesticht; in weerwil daarvan echter was L. nog altijd bevolkt met wilde stammen, en vond men er slechts eenige fransche Factorijen langs de kust, zoodat L. eigenlijk niet gezegd kan worden in het bezit der Franschen te zijn geweest. In 1763 deed Lodewijk XV afstand van het beoosten den Mississippi liggende gedeelte van L. aan Engeland, terwijl hij aan Spanje het westgedeelte afstond, dat intusschen bij het verdrag van St.-lldefonso (1800) aan Frankrijk teruggegeven werd; maar Bonaparte, die geen kans zag om die kolonie tegen de Engeischen te verdedigen, verkocht haar (1803) voor 80 millioen aan de Vereenigde Staten. In den oorlog van 1812 werd L. door de Engelschen overweldigd, doch uitmuntend verdedigd door generaal Jackson, die 1815 bij Nieuw-Orleans eene groote overwinning op de Engelschen bevocht. Bij het uitbarsten van den burgeroorlog in de Vereenigde Staten (1862) koos L. de zijde der Geconfedereerden, d. i. der zuidelijke (slavenhoudende) staten.