Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 29-11-2021

Kabylen

betekenis & definitie

lat. Cabyli, de bergbewoners van het Atlas-gebergte in Algiers en Tunis, zijn een volk van berberischen oorsprong, gesplitst in eene groote menigte stammen, die tot in den jongslen tijd hoofdzakelijk van rooverij leefden, en feitelijk onafhankelijk waren gebleven, totdat het den Franschen, na hen herhaalde malen te hebben beoorloogd, eindelijk 1857 is mogen gelukken hen tot onderwerping te brengen.

In Aigerie verstaat men onderden naam van Kabylié de aan de oostzijde tot de provincie Constantine behoorende kuststreek bergland, die doorloopen wordt door de ontoegankelijke gevaarten van het Djurdjura-gebergte, wordende die kuststreek gesplitst in Groot-Kabylie, dat zich in de gedaante van een driehoek uitstrekt tusscben de kustplaatsen Dellis en Djidjeli en de stad Setif; en Klein-Kabylié, oostelijk aan het vorige grenzende, en zich uitstrekkende van Djidjeli tot Philippeville. Men schal het getal weerbare mannen der K. op 80,000. Een andere K.-stam zijn Sjauja of Sjowijah, d. i. veehoeders, in het Auras-gebergte.

< >