Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

J. j. louis blanc

betekenis & definitie

fransch socialist en geschiedschrijver, geb. 28 Oct. 1814 te Madrid, na de Februarij-omwenteling lid van het Voorloopig bewind, moest na den opstand in Junij 1848, om zich aan de regterlijke vervolging te onttrekken, de vlugt nemen naar Engeland, waar hij sedert verblijf hield. Door zijne geschriften, vooral door zijne Organisation du travail (1840), was hij een tijd lang zeer populair hij den werkenden stand in Frankrijk.

Maar belangrijker zijn van zijne pen : Histoire de dix ans 18301840 (5 dln. Parijs 1841-44) en Histoire de la révolution française (dl. 1 - 4, Parijs 1847-53), welk laatste werk in zijne ballingschap door hem voltooid is (1852-58).

(A. A. P. Charles), fransch letterkundige, oudste broeder van den vorige, geb. 15 Nov. 1813 te Castres, dept. Tarnjonder meer werken heeft men van hem Histoire des peintres francais au 19e siècle (1845) ; hij heeft ook de Hist. des peintres de toutes les écoles, door Armengaud begonnen, voortgezet (1849 - 59, 280 afleveringen).

< >