Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

J. b. noël bouchotte

betekenis & definitie

geb. 1754 te Mctz, gest. 1840 aldaar, was kolonel toen de Conventie hem (1793) eensklaps de hooge betrekking gaf van minister van oorlog, waarin hij zich onderscheidde door werkijver en regtschapenheid; desniettemin werd hij herhaalde malen beschuldigd, en 1794 zelfs gearresteerd, doch, wegens volslagen gemis van bewijs tegen hem, weder in vrijheid gesteld kort vóór 9 Thermidor; sedert leefde hij ambteloos te Metz.

< >