(N.B. Woorden, die men niet op de I vindt, zoeke men op J of op Y.)
Als romeinsch getalmerk beduidt I = één.
Staat meer dan ééne I vóór C of M, dan wordt daardoor aangeduid de hoeveelheid honderdtallen of duizendtallen, bijv. IIC = 200, IIIM r= 3000.
Staat één I vóór V, X of C, dan beteekent het = één minder, bijv. IV = 4, IX = 9, IC = 99.
I. Op oude fransche muntstukken beteekent I, dat ze geslagen zijn aan de munt te Limoges.