de H. van Lerna, monsterachtige slang, door Typhon verwekt bij Echidna (zie ECHIDNA), hield zich op in de wateren van het meer van Lerne of Lerna in Argolis. De H. had zeven koppen; wierd er een afgehouwen, dan groeide die dadelijk weder aan, indien men niet oogenblikkelijk de wond dichtbrandde.
Door lolas geholpen, werd Hercules de man, die de aarde van dit monster verloste; dit was een der twaalf befaamde taakwerken, die hem werden opgedragen door Eurystbeus. Na de H. gedood te hebben, doopte Hercules zijne pijlen in hel giftige bloed van het monster, ten einde alle kwetsuren, die hij later nog mocht toebrengen, ongeneeslijk te makeu. Het monster werd als sterrebeeld in den hemel geplaatst. Naar het oordeel van veie geleerden was de H. van Lerna niets anders dan een moeras met verpestende uitdampingen, dat door Hercules drooggemaakt is geworden.