(Gijsbert Karel, graaf van), nederlandsch staatsman, geb. 27 Oct. 1762 te Rotterdam. Als warm aanhanger van het huis van Oranje legde H. zijn ambt als pensionaris van Rotterdam neder toen de Franschen 1795 Holland bemachtigden, leefde tot 1813 ambteloos, en was toen een der hoofdpersonen, die de afschudding van het fransche juk en bet herstel der Oranje-dynastie bewerkten.
Als minister van builenlandsche zaken werd hij 1815 tot den gravenstand verheven, moest echter wegens den ongunstigen staat zijner gezondheid reeds 1816 zijn ontslag nemen, en stierf te 's-Gravenhage 5 Aug. 1834.(Dirk van), oudste broeder van den vorige, geb. 13 Oct. 1761, trad in hollandsch-fransche dienst, was gezant aan verscheidene hoven, werd 1811 divisie-generaal, 1812 adjudant van Napoleon I, en graaf van het fransche keizerrijk; later gouverneur van Oost-Pommeren en Breslau, en kommandant van Koningsbergen, Wilna en Hamburg. In 1814 mocht het hem niet gelukken in nederl. dienst over te gaan; later ging hij van Parijs naar Brazilië, waar hij dan ook gestorven is.