of Crouy, oud en doorluchtig geslacht, dat men laat afstammen van Andreas lil, koning van Hongarije (1290—1301), en dat zijnen naam ontleende aan het dorp Croy (fransch dept. Somme), dat Hendrik IV tot een hertogdom verhief (1598), ten behoeve van Karel van Croy, hertog van Aerschot.
Dit geslacht komt sedert 500 jaren in de geschiedenis voor: het heeft twee kardinalen voortgebragt, de eene aartsbisschop van Toledo (1517), de andere aartsbisschop van Ronaan (1823—1844); vijf bisschoppen, een maarschalk van Frankrijk, verscheidene maarschalken van het keizerrijk, een groot aantal generaals, ambassadeurs, ministers en 28 ridders van het Gulden Vlies. Het geslacht van C. splitst zich in twee takken, die de twee zonen van Andreas lil als stamheeren erkennen: de oudste wordt genaamd C.-Chanel, de jongste C.-Solre; laatstgenoemde linie is weder ingedeeld in:1° de heeren van C. en Renty, uitgestorven 1612;
2° de markiezen van Havré, uitgestorven 1700;
3° de graven van Roeux, uitgestorven 1585;
4° de prinsen van C. en van het Heilige Roomsche rijk, uitgestorven 1702 met Karel Eugenius, generalissimus der russische legers, gest. in Lijfland als gevangene van Karel Xli;
5° de prinsen van Chimay, uitgestorven 1521;
6° de prinsen van Solre en Moeurs, in 1767 oudste tak geworden door het uitsterven der voorgaande;
7° de hertogen van Havré en Croy, waaronder in onzen tijd verscheidene luit.generaals, en nog niet lang geleden uitgestorven.