Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Edinburg

betekenis & definitie

engelsch Edinburgh, lat. Ancda, of Edenburgum, hoofdstad van Schotland, en hoofd plaats van het graafschap E. (zie MID-LOTHIAN), ligt nabij de golf van Forth, is met de een half uur gaans van daar gelegene havenstad Leith verbonden.

De stad E., die omstr. 170,000 inw. telt, is gebouwd op drie heuvelen, en bestaat eigenlijk uit twee steden, genaamd de Oude Stad en de Nieuwe Stad, welke door diepe dalen van elkander gescheiden zijn. De oude stad ligt op den middelsten en hoogsten heuvel, is onregelmatig en dicht opeen gebouwd, met huizen, waaronder er zijn van 10 of 11 verdiepingen hoog, en heeft smalle en onzindelijke straten. Aan den voet der oude stad ligt het paleis (vroeger abdij) Holyrood, en dit gedeelte der stad draagt nog den naam van Canonsburgh of Canongate (d. i. burcht of poort der kanunniken). Aan het westeinde der stad verheft zich op eene 400 vt. hooge rots, te midden van nieuwe gebouwen, het oude, sterke Edinburg Caslle, het alleroudste gedeelte der stad, dat tegenw. gebruikt wordt als kazernen en magazijnen. De nieuwe stad dagteekent pas uit het laatst der 18e eeuw, heeft fraaie, breede straten, groote pleinen, prachtige gebouwen en verscheidene standbeelden van beroemde mannen. De universiteit van E., gesticht 1580 bij charter van Jacobus Vf, is een der beroemdste hoogescholen van de wereld. Te E. zijn geboren R. Barclay, Hume, G. Burnet, Law, Erskine, Keith, Dugald-Stewart, H. Blair, enz. Volgens d’Anville beslaat E. de plaats van een romeinsch vast kamp, genaamd Alata Gastra. Omstr. 626 werd het kasteel van E. de residentie van Edwin, koning van Northumbria, die zijnen naam aan de stad schonk. Dit kasteel droeg eerst den naam van Casteih-Minid-Agned (d. i. sterkte op den heuvel van Agnes), en werd ook genaamd Castrum Puellarum,omdat het (volgens de overigens sterk te betwijfelen overlevering) de residentie was der pictische jonge prinsessen. In 856 was E. reeds een belangrijk dorp, waarvan de Anglo-Saksen en de inlanders elkander dikwijls het bezit betwistten. In 1215 hield Alexander II, zoon van Willem den Leeuw, voor het eerst een parlement te E.,en sedert werd het dikwijls de residentie der koningen van Schotland; doch eerst sedert 1437, met de regeering van Jacobus II, ontving E. den titel van hoofdstad van Schotland. Driemaal (1497, 1513en 1645) werd E. geteisterd door de pest. Den 13 Januari 1865 is de schouwburg te E. afgebrand.

< >