een vorstje in Cisalpijnsch Gallië, leefde ten tijde van Augustus; van zijnen vader Donnus had hij een onafhankelijk rijkje bekomen, dat aan het dal van Suza grensde, en waarvan de voornaamste steden waren Segusio (tegenw. Suza) en Brigantio (tegenw.
Briancon). Augustus nam hem als bondgenoot aan, en vergrootte zijn rijk. Na C.’s dood, die plaats greep onder Nero (in 56), werden zijne staten bij het romeinsche rijk ingelijfd, en vormden later het grootste gedeelte der provincie Maritime Alpen. Deze vorst heeft zijnen naam geschonken aan de Cottische Alpen.