fr. Bruxelles, nieuw-lat.
Bruxcllce, hoofd- en residentie-stad van het koningrijk België, aan de rivier de Senne en het Schelde-kanaal,waardoor het in gemeenschap staat met Antwerpen en de Noordzee, heeft drie spoorweg-stations (Noorder-, Zuider- en Luxemburgschen spoorweg), telde 1860 (1 Jan.) 170,000 inw., met inbegrip van de voorsteden of faubourgs 264,000 zielen, en is een der schoonste, aangenaamste en levendigste steden van geheel Europa. De vroegere stadswallen of schansen zijn sedert lang in sierlijke boulevards met breede rij- en wandellanen herschapen; en sedert 3 a 4 jaren heeft B. het inderdaad benijdenswaardige voorbeeld gegeven van eene algeheele afschaffing der plaatselijke accijnsen, zoodat men de stad vrijelijk kan in- en uitgaan zonder te worden aangehouden door kommiezen. De stad wordt onderscheiden in 3 gedeelten : de Beneden-stad, zijnde de laag gelegene oude stad; de prachtige Bovenstad,en de Nieuwe stad (Quartier Léopold, en de onmiddellijk aan de boulevards grenzende fanbourgs). B. heeft een aantal paleizen, kerken, pleinen, merkwaardige gebouwen, standbeelden en monumenten, die wij niet allen kunnen noemen; alleen mogen wij niet onvermeld laten : het 1401—42 in gotbischen stijl gebouwde stadhuis met 370 vt.hoogen toren,prijkende met het 17 vt. hooge.in koper gedrevene standbeeld van den aartsengel Micbaêl; en tegenover hetzelve op de Groote markt is thans (1864) het monument ter eere van de aldaar onthoofde graven van Egmond en Hoorn opgerigt; het prachtige ruiterstandbeeld van Godfried van Bouillon midden op de Place Royale; de groote, ontzagwekkende domkerk van St. Gudula en St. Michaël; en op het Muntplein het opera-gebouw, herbouwd weinige jaren geleden, nadat het vroeger op de zelfde plaats gestaan hebbende een jaar te voren was afgebrand.Gesticht in de 7e eeuw, was B. reeds in de 10e eeuw' eene stad van aanzien (Otto II hield er zijn hof in 976); het was de hoofdstad der Spaansche (later Oostenrijksche) Nederlanden sedert 1507; 1795—-1814 behoorde B. aan Frankrijk, en was hoofdpl. van het departement der Dyle;van 1815 tot 1830 was B. een der twee hoofdsteden van het toenmalige koningrijk der Nederlanden, en sedert 1832 is het de hoofdstad van België. In 1695 gebombardeerd door de Franschen : in 1747 ingenomen door den maarschalk van Saksen. Geboortepl. van de beide Champagnes, van de twee Duquesnoys,van Van der Meulen, Van Helmont, Vésalius, Feller, Olerfayt, den prins de Ligne, en koning Willem III der Nederlanden.