eigentlijk Belad-el-Dzjend (d.i.: Land der Dadelpalmen), strekt zich uit, bij 80 mijlen breedte, over eene lengte van 270 mijlen ten Z. van de Atlas-landen en ten N. van de woestijn van Sahara. Dit over het geheel weinig bebouwde, en slechts langs de oevers der weinige zoutrivieren met een weelderigen plantengroei prijkende steppenland wordt bewoond door eene gemengde bevolking van Arabieren, Berberen en Negers, die karavaan-handel drijven tot Soedan.
De eenige steden van beteekenis in B. zijn ïafilelt en Gadames, als verzamelplaatsen van de daar doortrekkende karavanen. Indeoudheid stond B. op een hoogeren trap van beschaving, en was toen bekend onder den naam van Numidische vlakte.
