geb. te Deventer 1560, gest. te Munchen 1620, bekleedde eenigen tijd de betrekking van geheimschrijver bij Maximiliaan, keurvorst van Beijeren. A was een (ofschoon weinig bekend) zeer talentvol satiricus.
Van zijne werken vermelden wij : Landstrzer Guzmann von Alfarahn (dl. 1 en 2.-Munchen 1616, 1618, 1631; dl. 3, Munchen 1632); ,,Lucifers Konigreich und Seelen gejarde oder Narrenhass" (8 dln. Munchen 1617); Hirnschleiffer (Keulen 1645—1686). A. was ook een ijverig vertaler voor de hoogduitsche pers.