Gr., etterkoorts, ettervergiftiging, bloedvergiftiging door opname van etter verwekkende bacteriën in het bloed, waarbij in longen, lever, milt, nieren, enz. door metastatische etteringen abscessen ontstaan; is een gevolg van het binnendringen van verschillende etterbacteriën in den bloedstroom. Sedert de invoering der asepsis en antisepsis is de P., die vroeger zeer veel voorkwam (als wondkoorts, kraamvrouwenkoorts enz.), een zeldzaam voorkomende ziekte geworden.
Zij is gekenmerkt door het optreden van koude rillingen, met onregelmatige, hooge koortsaanvallen, dikwijls geelzucht, gewrichtspijnen enz.; later wordt dan de vorming van etterhaarden (abscessen) in verschillende deelen van het lichaam duidelijk. De behandeling is voor alles prophylactisch. Voor de behandeling eener bestaande P. diene die der kraamvrouwenkoorts als voorbeeld. Ten einde de verwijdering der ettering veroorzakende bacteriën uit het lichaam te bevorderen, wordt ook wel door middel van inspuitingen met terpentijnolie onder de huid kunstmatig een absces opgewekt (abces de fixation).