leverschrompeling, bestaat in ondergang van leverceilen, gepaard met vorming van bindweefsel. Deze ziekte komt veel voor bij misbruik van alcohol en draagt in Engeland zelfs den naam van ,,gin-drinkers liver”; zij komt vooral bij mannen op middelbaren leeftijd voor.
Deze ziekte begint meestal zeer geleidelijk met maagdarmverschijnselen en lichte pijnen in de maagkuil. De lever is in het begin groot, later wordt zij door samenschrompeling van het nieuwgevormde bindweefsel voortdurend kleiner. Daarbij raken dan de bloedvaten in de knel en ziet men verschijnselen optreden van stuwing in het poortaderstelsel, n.l. buikwaterzucht (ascites), vergrooting der milt, maag- en darmbloedingen. De verkleinde lever voelt hobbelig aan. Een matige geelzucht bestaat dikwijls tengevolge van catarrh van den twaalfvingerigen darm. De urine wordt spaarzaam afgescheiden en is donker van kleur. Het bloed, dat op zijn doorgang door de lever belemmerd wordt, zoekt een anderen weg en daarbij ontstaan dikwijls uitzettingen der aderen in den buikwand, die men vooral om den navel als een krans kan waarnemen (Medusahoofd, Caput Medusa). De ziekte eindigt doodelijk; de duur is gemiddeld 1—3 jaar.De behandeling bestaat in verbetering van den algemeenen toestand, rust, afvoermiddelen, pisdrijvende middelen, enz. In enkele gevallen ziet men van een operatie, die het bevorderen van de ontwikkeling van nieuwe banen voor het bloed beoogt (Talma'sche operatie), goede resultaten.