Herediteit, noemt men het door de voortplanting overdragen van eigenschappen, of van den aanleg voor ziekte van de ouders op de nakomelingen. Hierbij kan een geslacht overgesprongen worden, zoodat de ziekten der grootouders eerst weer bij de kleinkinderen te voorschijn komen; worden meerdere geslachten overgesprongen, dan spreekt men van Atavisme (zie aldaar).
Erfelijke (hereditaire) gebreken zijn o.a. vermeerdering of vergroeiing van vingers en teenen, scheelzien, hazenlip, enz. Verder zijn erfelijk constitutie-ziekten, b.v. jicht en scrophulose; eveneens sommige zielsziekten. Bij syphilis kan de ziekte zelf op de vrucht overgaan (hereditaire syphilis); bij tuberculose daarentegen wordt slechts de aanleg voor de ziekte overgeërfd. De voorbehoeding zou gedeeltelijk kunnen bestaan in een gepaste keuze bij het huwelijk, zoodanig dat de aanleg van den man voor sommige ziektetoestanden opgeheven werd door den invloed der vrouw en omgekeerd.
