Gepubliceerd op 14-06-2022

Jicht

betekenis & definitie

podagra, ’t pootje, Arthritis urica, een ziekte, die berust op een overmaat van urinezure zouten in het bloed, en afzetting daarvan in de gewrichten en omgelegen weeke deelen. De grondaandoening, een afwijking der stofwisseling, bestaat lang voor de waarneembare verschijnselen optreden.

Zij is dikwijls het gevolg van overmatig gebruik van vleesch, bier, wijn, of andere spiritualiën, bij te weinig lichaamsbeweging, soms echter ook van ontberingen; in vele gevallen laat zich in het geheel geen oorzaak aanwijzen en in 50 pCt. der gevallen bestaat erfelijke aanleg. De ziekte komt vooral voor bij menschen van 30—60 jaar, met een krachtig gestel en meestal goed ontwikkelde vetlaag, veel meer bij mannen dan bij vrouwen. Een zeker verband schijnt te bestaan tusschen de J. en chronische loodvergiftiging ; J. komt althans opmerkelijk dikwijls voor bij menschen, die veel met lood in aanraking komen.De typische jichtaanval wordt meestal voorafgegaan door bepaalde voorboden (soms spijsverteringsbezwaren, in andere gevallen spierpijnen, moe of ontstemd gevoel, enz.), waarvan de beteekenis eerst vaak miskend, maar bij meerdere ervaring den lijder spoedig duidelijk wordt. De eigenlijke aanval begint meestal ’s nachts of in de vroege morgenuren met heftige pijn, bijna altijd in het eerste gewricht van den grooten teen (podagra); plaatselijk vindt men zwelling en roodheid; meestal is de temperatuur matig verhoogd. Overdag gaan alle verschijnselen voor een groot deel terug, om den volgenden nacht weer op te treden. Dit duurt meestal ½ week; daarna verdwijnen met de pijn roodheid en zwelling, veelal onder lichte afschilfering der huid. Na weken, maanden of jaren keert de aanval terug; 't meest in voorjaar en herfst. Later worden ook andere gewrichten, b.v. de hand (chiragra), de knie (gonagra) en andere aangedaan.

Hoe langer de ziekte duurt, des te meer gaat het typisch karakter verloren, en de J. treedt haar chronisch tijdperk in. Hierbij komen aandoeningen van verschillende organen meer op den voorgrond; zoo b.v. slijmvliescatarrhen (dyspepsie, darmcatarrh), ontsteking van weivliezen (pleuritis), chronische eczemen, maar vooral een chronische nierschrompeling (jichtnier) met eiwitpis en een langzaam intredende hypertrophie der linker hartkamer, die ten slotte tot insufficientie (onvoldoende werking) van het hart kan voeren. Zeer veel komt bij jichtlijders voor artériosclérose (vaatverharding), met de daaraan verbonden verschijnselen; andere niet zeldzame complicatie's zijn niersteenen en suikerziekte. In de gewrichten en soms ook in andere

deelen (spieren, oorschelpen, enz.) ontwikkelen zich langzamerhand verdikkingen, jichtknobbels of tophi, ophoopingen van piszure zouten; deze kunnen doorbreken en overgaan in slappe, pijnlooze maar slecht genezende zweren.

Genezing der ziekte is zeer zeldzaam. De behandeling is in de eerste plaats een diaetetische. De voeding blijve gemengd, d.w.z. bestaande uit vetten, eiwitten en koolhydraten, maar van alles niet meer, dan hoog noodig is; bij voorkeur geve men plantaardig voedsel, zonder alcohol. Daarbij moet een zekere, door den geneesheer te regelen, hoeveelheid spierarbeid worden verricht. Ook baden worden met goed gevolg gebruikt om de stofwisseling te verhoogen; bij beginnende ziekte koele en zelfs met voorzichtigheid zeebaden, in meer gevorderde gevallen de warmere baden van Teplitz, Baden-Baden, Wiesbaden, Karlsbad, Ems, Aken, enz. Eenig nut is te verwachten van het gebruik van alcalische wateren (Karlsbad, Vichy, Ems).

In lateren tijd zijn vooral lithiumwateren aanbevolen, liefst de kunstmatig bereide. Bij den aanval wordt het aangedane gewricht warm en rustig gehouden en voor geregelden stoelgang gezorgd; de pijn moet dikwijls met morphine-inspuitingen worden bestreden. De chronische gewrichtsaandoeningen worden met voorzichtige massage en baden behandeld.

< >