De HALO is een beschermingsbeugel die over de cockpit van Formule 1-auto’s bevestigd is om coureurs te beschermen bij ongelukken.
Sinds het seizoen 2018 is de HALO verplicht op vrijwel alle door de FIA gesanctioneerde raceklassen, zoals Formule 1, 2, 3 en 4 en Formula Régional. De ontwikkeling ervan komt voort uit de behoefte van de FIA om het hoofd van coureurs beter te beschermen tegen aanrijdingen en rondvliegende brokstukken. De HALO is een titanium beugel die rond de helm van de coureur loopt en op drie punten aan de cockpit bevestigd is: aan weerszijden van de cockpitrand en vlak voor het hoofd van de coureur, boven op het voorste deel van het chassis. Aanvankelijk oogstte de HALO veel kritiek: fans zouden door de beugel de coureur niet meer goed kunnen zien. Daarnaast zou de HALO het karakter van een open eenzits-racewagen aantasten. Al snel na de introductie ervan bewees de HALO zijn nut: in België kreeg Charles Leclerc de getorpedeerde McLaren van Fernando Alonso op zijn dak.
Zonder de HALO had de Monegask het er waarschijnlijk niet zonder ernstig letsel van afgebracht. Ook in andere gevallen stelden coureurs dat de HALO hun leven had gered. Het meest spectaculaire ongeluk was dat van Romain Grosjean tijdens de Grand Prix van Sakhir in 2020. De Fransman doorboorde met zijn Haas-Ferrari de vangrails, waarna de auto onmiddellijk in brand vloog. Grosjean zou het ongeluk zonder de HALO volgens de FIA-artsen hoogstwaarschijnlijk niet overleefd hebben.