pestpokken
In 1935 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. Alleen gevonden in het werk van de Rotterdamse schrijver Willem van Iependaal. Het gaat hier om een denkbeeldige ziekte, gevormd naar het voorbeeld van pleuritis (‘longvliesontsteking’)? Er zijn meer van dergelijke verbasteringen bekend. Zo vinden we in Dwing ze om te gaan, een boek uit 1947 van F.A. Stroethoff, de zin: ‘As dat uwes jongste met dievenrietus in het kinderziekenhuis lijd.’
• De bollebof knikte en zat leukies op z’n potlood te kluive, maar ’k zag, dat ie ze eige met z’n ooge de mieremietus lachte. ¶ Willem van Iependaal, Polletje Piekhaar (1935), p. 17
• ‘Zie je die vent in de meziek, die lange, zit z’n eige al de hele voorstelling de mieremietus te toetere op z’n trombolus, of hoe noeme ze zo’n veiligheidsspeld?’ ¶ Willem van Iependaal, Lord Zeepsop (1937), p. 56
• ‘Geen pozer meer mee te verdienen! Ik stekker me de mieremietus.’ ¶ Willem van Iependaal, Onder de pannen (1951), p. 17