bankbiljet
In 1858 voor het eerst opgetekend, in het levensverhaal dat ‘een ontslagen gevangene’ vertelde aan mr. C.J.N. Nieuwenhuis. Het komt hierin voor als loensche flepjes voor ‘vervalschte coupons’. Vervolgens in 1906 opgenomen in De Boeventaal van Köster Henke, in diverse verbindingen. Köster Henke vermeldt geel flepje voor ‘vijfentwintig gulden’, groen flepje voor ‘veertig gulden’, ros flepje voor ‘zestig gulden, plus een flepje van 100. Ook aangetroffen als flab. Flep werd tevens gebruikt voor ‘getuigschrift’ en flepje eveneens voor ‘papiertje, briefje’.
• Dikwijls heb ik de beschrijving van zulke strooptochten mee aangehoord; hoe zoo’n man een paar pond werd afgedwongen of aan een ander een ‘flepje’ van vijf pond ontfutseld. ¶ Olive Chr. Malvery, In de modder der wereldstad (1910), p. 205
• Voor geen groen flepje zou hij den stumper hebben willen voeren. ¶ Is. Querido, Manus Peet (1922), p. 178. De schrijver verklaart de betekenis in een voetnoot.
• ‘Om af te rekenen?’ vroeg Gunneling scherp. ‘Dat doe ’k liever nou meteen, ik heb het niet op uitstel’, ging Flippie er pal tegenin. ‘De flappen in de hand, zeg ik maar.’ ¶ Piet Bakker, Kidnap (1952), p. 198. De schrijver verklaart de betekenis in een woordenlijst.