Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

tuig(je)

betekenis & definitie

Mannelijk geslachtsorgaan. Deze schertsende benaming werd reeds opgetekend in de zeventiende eeuws (bij Bredero) en in een achttiende-eeuwse klucht (‘Kwakers Bruiloft en Verjaring’). Ook bij Boekenoogen komt het woord in deze betekenis voor. Vgl. gereedschap*.

< >