Kleine pruik, haarstukje. Een Frans woord moet de kaalheid verhullen. Ook wel toupee. Engelse winkels die zich specialiseren in dergelijke pruiken worden wel eens ‘hairitoriums’ genoemd.
Een man, wiens leeftijd tusschen de vijftig en zestig in zweefde, dat hij evenwel gedeeltelijk ontveinsde door een valschen toupet boven een paar zeer blozende wangen rond te dragen.
Nicolaas Beets: Camera Obscura. 1839