Mannelijk lid. Betekent eigenlijk: iets dat klein of zwak is. Piepelig is: zwak, ziekelijk, terwijl piepelen een Bargoense term is voor copuleren*.
Daar ies nou een bieldschone meid mijneer.... Daar gaat je piepel bij staan, héhéhé!
Herman Heijermans: Kamertjeszonde. 1898
Hoe groot was de consternatie toen hij de kok hangende vond met afgesneden en weer aangenaaide piepel...
Paul van Mook: Bajesverbalen. 1980