Destijds in de Rotterdamse havenbuurt: een stakingbreker. Genoemd naar de Rotterdamse Calandstraat, waar tijdens een staking in 1907 het pakhuis van de Stuwadoorsvereniging dienst deed als aanwerflokaal voor werkwilligen. Werkwilligen tijdens een staking zijn niet erg populair bij hun maten. ‘Calandstrater’ was een neutrale benaming, ‘maffer’ (in Nederland) en ‘rat’ (in Vlaanderen) daarentegen scheldwoorden.
Bootwerkers die buiten het reguliere personeel om werden gecharterd om de staking op de schepen te breken, heetten ‘Calandstraters’, genoemd naar de straat waar ze zich moesten melden.
de Volkskrant, 13-12-86