Homoseksueel. Er bestaan talrijke Bargoense varianten zoals: bruinjoeker; bruinjonker; bruinganger. Het woord kan echter ook op een vleier of gatlikker slaan, vooral in soldatenkringen. Beide betekenissen werden reeds gesignaleerd door Endt (1974), terwijl Salleveldt (1978) enkel de tweede betekenis vermeldt (onder het lemma bruinwerken: ‘bij een superieur in het gevlij trachten te komen.
Eufemisme voor kontkruipen. De persoon die door misselijke kunstgrepen in een goed blaadje tracht te komen is een bruinwerker,’ aldus de auteur). In het Engelse slang noemt men een homoseksueel wel eens een ‘brown hatter’ en een kontkruiper een ‘brown noser’.
... een stelletje bruinwerkers in hun kielzog…
Haring Arie: De Sar kast. 1989
Een chocolade hoer, dat is denk ik gewoon een variant op de bruinwerker. Schandknaap, in dit geval. Maar ik kan me vergissen.
Giph op de werkvloer, 18-09-99, webpagina
Zo’n Molenaar, zo’n omhooggevallen bruinwerker die toevallig twee lapjes aan elkaar kan naaien. Nieuwe Revu, 06-09-2000