Milde uitroep van verbazing of ergernis; archaïsche bastaardvloek. Een variant is blikslagers, "’t ls blikslagers koud!’ (Cornelissen en Vervliet). Beide zijn eufemismen voor ‘bliksem’, dat vroeger in platte uitdrukkingen op de duivel kon slaan (denken we maar aan de populaire uitroep ‘loop naar de bliksem). Blikskater of duivekater was vroeger een volkse benaming voor de duivel.
Op het roepen van zijn naam rustte immers een zwaar taboe. Volgens het volksgeloof kwam de Satan dan ook meteen. Omdat een mens zich soms wel eens emotioneel wil ontladen en zijn toehoorders niet steeds wil choqueren, kiest hij voor minder krachtige substituties voor het taboewoord.
‘Blikskaters,’ zei Ballingh, ‘dat moet een nieuwe regeling worden.’
W.F. Hermans: Onder professoren. 1975