Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

Gepubliceerd op 17-08-2018

blauw zijn

betekenis & definitie

Dronken zijn. Deze oude Bargoense uitdrukking is mogelijk terug te voeren tot het Duitse ‘es wirdmir blau vor den Augen’. Het kan ook verwijzen naar de gelaatskleur wanneer men gedronken heeft. Engelse etymologen leiden het woord ‘blue’, dat dezelfde betekenis heeft, af van de post-alcoholische depressie. Er zou dus gezinspeeld zijn op die andere betekenis van ‘blue’, namelijk droevig.

Een alternatieve mogelijkheid is dat er gerefereerd wordt aan de kleur van spiritus, in het Bargoens blauwsel. Deze vloeistof werd door landlopers tot na 1945 als sterke drank gebruikt. In de volkstaal bestaat (bestond) het werkwoord blauwen voor ‘stevig drinken’. Onder medici en ambulancepersoneel is een blauwe boon tegenwoordig een aanduiding voor een zwaar beschonken persoon (zie hiervoor Rombouts). Vgl. beneveld*.

Toen was ie weer blauw, toe ie de kroeg uitgegooid wier, en dan kon ie niks hebbe of ’t was vechte.

M.J. Brusse: Landlooperij. 1916

Als ze thuiskwam was ze steevast hallef blauw.

Alex De Haas: Het gezellige zussie en de ongezellige buurvrouw. 1945

Vaak zeg ik: Vrouwtje lief, ik loop nog vlug heel even naar ’t café, ‘k ben zo weer terug Maar dan tref ik dan Jan en alleman Die weer een rondje geven en wat doe je dan?

Dan zeg je niet: Ik mag niet van m’n vrouw En voor je ’t weet dan ben je alweer blauw

Arie Ribbens: Brabantse nachten zijn lang (1980)

< >