Communistisch. De oprichting van de Berlijnse muur in 1961 (om te verhinderen dat de inwoners van het Duitse deel dat onder Sovjetinvloed stond, naar het westen konden vluchten) werd door haar architecten met dergelijke bewoordingen verdedigd. De muur werd gezien als een ‘anti-faschistischer Schutzwall’ (een antifascistisch beschermingshek). De communistische DDR legitimeerde zich door haar antifascisme en liet niet na de wereld te wijzen op het feit dat oud-nazi’s naar het Westen waren gevlucht. De eigen bevolking werd echter opgesloten achter prikkeldaad en werd opgelegd waakzaam te blijven tegenover de wraakzuchtige BRD. Voor de communisten van weleer was ‘antifascisten’ een geuzennaam.
De rebellen van ’68 zijn opgegroeid en zitten in heel Europa in de regering. Maar onnozel zijn ze nog steeds. Kameleons als ze zijn, zijn ze makkelijk te verleiden tot de antifascistische spreekkoren waarmee het communisme zich tijdens de Koude Oorlog respectabel maakte als de ‘enige kracht die daadwerkelijk verzet tegen Hitler heeft geboden’.
HP/De Tijd, 18-02-2000