Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie V
- vier-becken
- vier-boete, baecke
- vier-boeten vier
- vier-bont
- vier-brand
- vier-busse
- vier-dagh
- vier-daghen
- vier-daghsche kortse
- vier-deel daghs-wercks
- vier-deel lands. j. hondert roeden
- vier-deel vander mijlen
- vier-deel vander uren
- vier-deel, vierde deel
- vier-deelen
- vier-derley
- vier-dobbel
- vier-doeck. j. vonck
- vier-donck
- vier-eck. j. vier-hoeck
- vier-eckigh. j. vier-hoeckigh
- vier-gaffel
- vier-haeck, brand-haeck
- vier-hoeck
- vier-hoeckigh
- vier-hoep. j. vier-reep
- vier-iaerigh
- vier-iaerighen tijd
- vier-ijser, vier-stael
- vier-ijser. j. drij blancken
- vier-kant
- vier-kant gat
- vier-kant hout
- vier-kante talioore
- vier-kanten
- vier-kantigh
- vier-keye. j. vier-steen
- vier-kloot
- vier-kruyd, wrang-kruyd
- vier-lingh
- vier-mael
- vier-mael grootter
- vier-mael soo veel
- vier-mugghe
- vier-nieuw gheld
- vier-nieuw, brand-nieuw
- Vier-oor-deel
- vier-panne
- vier-pijl
- vier-reep, vier-hoep
- vier-roeper
- vier-roer. j. sengh-roer. vier-rood
- vier-saed
- vier-schaer-dagh
- vier-schaere
- vier-scheutigh, vier-schotigh
- vier-schilder. j. malerer
- vier-schilderije
- vier-schroodigh
- vier-schuppe
- vier-slaen
- vier-slagh, vier-stael
- vier-spletigh
- vier-spronghe
- vier-staeck
- vier-stael. j. vier-slagh
- vier-steen
- vier-steen, koper-steen
- vier-stock
- vier-tael
- vier-tanghe
- vier-teecken
- vier-tel, veertel
- vier-teyle
- vier-tien
- vier-tien nacht
- vier-tienste
- vier-tigh-mael
- vier-tigh, veertigh
- vier-tuygh. j. vier-slagh
- vier-voetigh
- vier-vonck
- vier-voud
- vier-voudigh
- vier-voudighlick
- vier-waeghen
- vier-wegh
- vier-wegh-scheede
- vier-wekige sieckte. j. maend-stonden
- vier-wekigh
- vier-werck
- vier-worm
- Vier, vuer, vuyr
- vierde
- vieren
- vieren den heylighen dagh
- vieren iemanden
- vierigh
- vierigheyd
- vierighlick
