Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie R
- rif, rift
- Rigeur
- rigoreus
- rigoreuselijck
- rijchel in de schap-raede
- Rijchel, rijghel
- Rijck
- rijck-dom
- rijckaerd
- rijckelick
- rijcken
- rijckheyd
- rijcks-dagh
- rijcks-dagh houden
- rijcks-daler
- rijcks-stad
- rijd-haemer. j. vuyst-haemer
- rijd-meester, rid-meester. j. rit-meester
- rijd-peerd
- rijd-rock, wapen-rock
- rijd-schoenen
- rijd-schot. j. rijs-koorde, touter
- rijd-sweerd
- Rijde. j. ridde
- rijden
- rijden op de tonghe
- rijden op het ijs
- Rijden te peerde
- rijden te waghen
- rijden, be-rijden, be-springhen
- rijdende worm
- rijder
- rijderen rijeren
- rijderinghe
- rijdigh zijn
- Rijdter. j. reyter
- Rije, rijghe
- Rijen-land land van Rijen
- rijer-rad-sperre
- rijeren
- rijeren. j. rijderen
- Rijf
- Rijf. j. rijue
- Rijffel
- rijffel-beker, rijffel-trechter
- rijffelen
- rijffelick
- rijffen
- rijgh-band, rijgh-snoer
- rijgh-nestel
- rijgh-snoer, rijgh-band, rijgh-koorde
- rijgh-sweerd
- Rijghe
- Rijghe. j. rije, reghel
- Rijghel. j. rijchel
- rijghen
- Rijm
- rijm-dichte
- rijm-dichter
- Rijm, rijme
- rijmachtigh
- rijmen
- rijmen, rijpen
- Rijn
- Rijn-besie
- rijn-bloeme. j. reyn-bloeme
- Rijn-gouw. j. Ringouw
- Rijn-meghen
- rijn-wilghe. j. reyn-wilghe
- rijns-dack. j. schalien-dack
- rijns-schalie, rens-schalie
- rijnsch
- rijnschen
- rijnschende smaeck
- Rijp
- rijp brood
- rijp ghe-sichte
- rijp-moedigh
- rijpe
- rijpelick
- rijpen, rijp worden
- rijpen. j. rijmen
- rijpheyd, rijpigheyd
- Rijs
- Rijs wijck
- rijs-hout. j. rijs
- rijs-koorde, rijs-koorden. j. toutere, touteren. rijseren
- rijs-werck
- rijsen int singhen. j. klimmen
- rijsen, af-rijsen
- rijsen, op-rijsen
- rijsen. j. pissen
- rijsende hayr
- rijsende steen
- rijsken
- Rijssel
- rijsselen
- rijsseler
- Rijste aiuyns. j. reseme
- Rijster, reyster, ploegh-schuerder
