Definities van Etymologicum 1573 in de Ensie H
- Hecksel/haecksel
- Hedde. j. Hatte
- Heddewig, Hedwig
- Hede
- Heden/huyden/huyd
- hedens-daeghs
- hedenschen dagh
- Hedsen. j. hudsen
- Heeckel. j. hekel
- Heef-vrouwe
- Heel
- heel ende al
- heel ende gantsch
- heelen. j. heylen
- heelick/ghe-heelick
- Heepe
- heer vluchtigh
- heer-ban
- heer-bane. j. her-bane
- heer-houd
- heer-schap/heer-schapper
- heer-schap/heer-schappije
- heer-schappen
- heer-schappije
- heer-schild
- heer-strate. j. heeren-strate
- Heer-vlucht
- Heer. j. heere
- Heer. j. her/heyr
- Heerd. j. herd
- Heerde. j. herde
- heerdst/heerdsten. j. herdst/herdsten
- heere van recht
- Heere/heer
- heeren-brood
- heeren-cijns
- heeren-dienaer
- heeren-huys
- heeren-huys/raed-huys/stad-huys
- heeren-knecht
- Heeren-straete
- heerken
- heerlick
- heerlick/heerlicken
- heerlicke mael-tijd
- heerlicken dagh
- heerlickheyd
- Heers. j. hirs
- heerschen
- heerscher
- heersen
- Heesch
- heesch worden
- heesch zijn
- heeschachtigh
- heeschelick
- Heeschen
- heescheyd
- Heester/hester. j. eester
- Heet
- heet oft ritsigh zijn
- heet op de tonghe
- heet worden
- heet zijn
- heet-gram
- heet-gram worden
- heet-hongherigh
- Heet-ketel
- heet/hittigh/ritsigh
- heeten den ouen
- heeten wille-kom
- heeten/gheheeten worden
- heeten/heyten/heet maecken
- Heeten/hieten/ghebieden
- Heeten/noemen
- hef boom
- hef schouder
- hef-amme
- hef-deegh. j. heue
- hef-ijser
- hef-moeder
- Hef/heue
- heffe/heue
- heffe/heuel
- heffel
- heffelen
- heffen
- heffen aen. j. aenheffen
- heffen de kinderen ouer de vonte
- heffen ende op-lichten het geldt
- heffenghe
- heffer
- heffer/hef-boom
- Heft. j. hecht
- heften. j. hechten
- Heftigh
- heftigheyd
- heftighlick
- Hegghe
- hegghen
